De hoogte van de totale schade als gevolg van een ongeval, is niet gemakkelijk te berekenen. De huidige situatie moet namelijk vergeleken worden met de hypothetische situatie waarin het ongeval niet zou hebben plaatsgevonden.

In de huidige rechtspraak is bepaald dat er bij blijvende beperkingen mag worden gerekend met een eindleeftijd van 75 jaar. Maar wat als het slachtoffer deze leeftijd bijna zal bereiken of al heeft bereikt? En kan de hoogte van het smartengeld lager uitvallen als het slachtoffer al op leeftijd is?

Letselschade berekenen

Als iemand anders schuld heeft aan een ongeval, dan heeft het slachtoffer recht op de vergoeding van de letselschade. Bij de berekening van letselschade zijn er veel kostenposten. De eventuele arbeidsongeschiktheid kan bijvoorbeeld hoge kosten met zich mee brengen.

De hoogte van de letselschade hangt af van de feitelijke omstandigheden. Over het algemeen kan aangenomen worden dat wanneer het opgelopen letsel ernstiger wordt, de schadevergoeding zal toenemen. Als de toekomstige schade van het slachtoffer berekend moet worden, kan dit erg ingewikkeld zijn. Over het berekenen van toekomstige schade kunt u lezen in een andere blog op onze website.

Soorten schadeposten

Bij de berekening van letselschade kun je onderscheid maken in materiële schade en immateriële schade. Materiële schade is de schade die direct is uit te drukken in geld. Je kunt hierbij denken aan kosten voor medische zorg of misgelopen inkomsten.

Immateriële schade is daarentegen schade die niet uit te drukken is in geld. Deze schade wordt veroorzaakt door het verlies aan levensvreugde na een ongeval. De vergoeding voor deze schade heet smartengeld.

Vaststelling van het smartengeld

De Hoge Raad heeft gesteld dat de duur van iemands lijden een belangrijke factor is die de rechter specifiek moet overwegen bij het bepalen van de hoogte van het smartengeld. Echter, in de literatuur wordt opgemerkt dat de exacte betekenis of impact van deze factor niet altijd helder is.

Immateriële schade wordt meestal vergoed door middel van een geldbedrag ineens. Dit geldbedrag behelst zowel de huidige, als alle toekomstige schade.

Op grond van artikel 6:106 BW wordt het smartengeld vastgesteld naar billijkheid. Bij de waardering hiervan is de rechter volgens de Hoge Raad grotendeels vrij. [1] Bij de begroting van het smartengeld dient de rechter rekening te houden met alle omstandigheden, maar de volgende omstandigheden zijn met name belangrijk:

  • De aard van de aansprakelijkheid;
  • De duur en intensiteit van de pijn;
  • Het verdriet;
  • De gederfde levensvreugde als gevolg van het ongeval;
  • De ernst van de inbreuk op het rechtvaardigheidsgevoel van het slachtoffer.

Pijn, verdriet en gederfde levensvreugde zijn als subjectief te beschouwen: ze hangen af van een bepaalde beleving die het slachtoffer heeft. Dit laat zich moeilijk meten. Bij de vaststelling van het smartengeld moet daarom worden uitgegaan van factoren waarvan zij over het algemeen de omvang van het nadeel voorspellen.

De Hoge Raad stelt in het Coma-arrest dat de rechter objectieve factoren en concrete aanwijzingen moet meenemen, zoals de aard van het letsel en de gevolgen daarvan voor de benadeelde. [2]

Immateriële schade en leeftijd

In de rechtspraak valt het op dat de leeftijd van het slachtoffer wordt meegewogen bij het bepalen van de duur van het lijden van het slachtoffer.

Echter lijkt de wijze waarop het letsel in het concrete geval het leven van het slachtoffer beïnvloedt, doorslaggevend. Zo oordeelde de Rechtbank Midden-Nederland dat bij een nog zeer actieve 75-jarige met ernstig letsel, de leeftijd en de duur van het lijden geen significante invloed hadden ten opzichte van de hoogte van de schadevergoeding. Het slachtoffer stond vóór het ongeval namelijk nog actief en sportief in het leven. [3]

Kan de aanname waarbij een jonger iemand langer zal lijden wegens een ongeval dan gezien worden als een vorm van ongerechtvaardigde leeftijdsdiscriminatie? Er kan worden beargumenteerd dat dit niet het geval is, gezien het feit dat de leeftijd van het slachtoffer niet een op zichzelf staande factor is bij het bepalen van de duur van het ondervinden van de ongevalsgevolgen. Het geeft echter enkel een indicatie van de duur van het ‘lijden’.

Kortom, het smartengeld wordt vastgesteld naar billijkheid waarbij naast de leeftijd, ook allerlei andere concrete (leeftijdsgerelateerde) omstandigheden van het slachtoffer meespelen.

Complexe berekeningen

Bij letselschadezaken komen vaak complexe berekeningen voor. Zeker wanneer er toekomstige schade moet worden berekend, kan dit erg ingewikkeld worden. Het is daarom raadzaam om een gespecialiseerde letselschadeadvocaat in te schakelen. 

Letselschade advocaat Utrecht

Bent u op zoek naar een ervaren letselschadeadvocaat? Ferme Letselschade Advocaten in Utrecht helpt u graag bij het vaststellen van schade en het gehele letselschadeproces. Benieuwd naar wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan gerust contact met ons op.

[1] HR 17 november 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8358

[2] HR 20 september 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE2149

[3] Rb. Midden-Nederland 14 september 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:5346