Wanneer u betrokken raakt bij een ongeval, kan dit impact hebben op de rest van uw leven. U lijdt dan niet alleen (blijvend) schade aan uw lichaam. Ook financieel heeft een ongeluk vaak ingrijpende gevolgen die een lange nasleep kunnen hebben.

Wanneer het ernaar uitziet dat uw schade ook nog in de toekomst voelbaar zal zijn, wordt hiermee rekening gehouden tijdens uw letselschadeproces. Dit wordt toekomstige schade genoemd.

Toekomstige schade

Tijdens het letselschadeproces wordt met behulp van uw belangenbehartiger de schade in kaart gebracht. Dit betreft de op dat moment door u geleden schade, zowel materieel als immaterieel. Deze schade wordt definitief begroot wanneer er sprake is van een medische eindtoestand. Dit wil zeggen: wanneer uw klachten over zijn, of wanneer de arts denkt dat uw bestaande klachten niet meer zullen verbeteren.

Uit uw medische eindtoestand kan blijken dat u ook in de toekomst nog schade zult lijden. Bijvoorbeeld omdat u blijvend arbeidsongeschikt bent geraakt en daardoor voor de rest van uw leven inkomsten misloopt. Vaak wordt ervoor gekozen om ook deze schade op een zeker moment af te wikkelen, zodat het juridische letselschadeproces kan eindigen. Bij de afwikkeling van alle schade wordt er middels een zogeheten ‘som ineens’ een bedrag uitgekeerd dat zowel de huidige, als de toekomstige schade dekt.

Rente, inflatie, kapitalisatie

Doordat blijvende klachten vaak nog jarenlang schade veroorzaken, moet bij het ineens uitgekeerde bedrag ook rekening worden gehouden met economische factoren die over de komende jaren heen van invloed kunnen zijn op het bedrag dat u nu al krijgt. Het berekenen van de huidige hoogte van een bedrag dat in de toekomst de juiste jaarlijkse schadevergoeding moet zijn, wordt kapitaliseren genoemd.

De waarde van geld verandert over de jaren heen. Om te voorkomen dat er hierdoor sprake is van daaruit voortvloeiend financieel voor- of nadeel, moet deze kapitalisatieberekening worden gemaakt. Dit gebeurt aan de hand van rekenrente en de kapitalisatiefactor. De kapitalisatiefactor is een factor die wordt gehanteerd aan de hand van de looptijd van de schade en de leeftijd van het slachtoffer.

Bij toepassing van rekenrente op de kapitalisatiefactor wordt gekeken naar wat het verschil tussen de te verwachten rente en inflatie zal zijn. Wat het percentage van deze componenten is, wordt bepaald in de rechtspraak en gebaseerd op feiten en de verwachtingen van onafhankelijke financiële instellingen, vaak die van De Nederlandse Bank. Die berekenen maandelijks wat op korte en lange termijn de procentuele stijging of daling zal zijn van zowel de rente als de inflatie.

Klein detail, grote invloed

Vaak ontstaat er discussie over de hoogte van de te hanteren rekenrente op de kapitalisatiefactor. Het gaat dan weliswaar om enkele procenten, maar toch hebben die bij een lange looptijd grote invloed op het bedrag dat uiteindelijk in de toekomst zal moeten volstaan. Om de accuraatheid van inflatie en rente te vergroten, worden de jaren waarover de rekenrente wordt bepaald opgedeeld in jaarperiodes. Zo kan de rekenrente over de eerste vijf of tien jaar afwijken van de rekenrente over de vijftien jaar daarna.

Tot augustus 2019 werd vrij standaard het percentage 6% rente – 3% inflatie = 3% rekenrente gehanteerd. Tegenwoordig wordt dit niet meer als accuraat gezien en oordeelt de rechtbank hier anders over.

Voorbeeld

Joop is 40 jaar oud en heeft een zwaar auto-ongeluk gehad waardoor hij zijn baan als fysiotherapeut niet meer fulltime kan uitoefenen. Uit het opgemaakte schadeoverzicht blijkt dat hij jaarlijks €12.000 schade lijdt door gemist inkomen, extra kosten voor huishoudelijke hulp en dergelijken. Joop zou tot een AOW-gerechtigde leeftijd van 67 jaar moeten werken. Er wordt daarom uitgegaan van een looptijd van 27 jaar waarbij (om het simpel te houden) 2% rekenrente wordt gehanteerd.

De 2% rekenrente, de looptijd van de zaak (27 jaar) en de leeftijd van Joop (40 jaar) leveren de kapitalisatiefactor 20,3489 op. Dit is op te maken uit daarvoor opgestelde tabellen. De jaarschade van Joop bedraagt € 12.000, dit wordt vermenigvuldigd met de kapitalisatiefactor. Dat komt uit op € 244.186,60. Dit is dus het bedrag dat Joop als som ineens krijgt, zodat hij zijn toekomstige schade kan dekken.

Complexe berekeningen

Bij letselschadezaken komen vaak complexe berekeningen voor. Zeker wanneer er toekomstige schade moet worden berekend, kan dit erg ingewikkeld worden. Het is daarom raadzaam om een gespecialiseerde letselschadeadvocaat in te schakelen.

Letselschade advocaat Utrecht

Bent u op zoek naar een ervaren letselschadeadvocaat? Ferme Letselschade Advocaten in Utrecht helpt u graag bij het vaststellen van schade en het gehele letselschadeproces. Benieuwd naar wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan gerust contact met ons op.