Wanneer u letselschade oploopt, kan dat een grote impact hebben op uw leven. U ondergaat wellicht medische behandelingen en moet mogelijk lang revalideren. Een ernstig ongeval kan blijvende schade veroorzaken waardoor u ook in de toekomst nog lange tijd afhankelijk bent van de hulp van anderen. Wanneer uw letsel is veroorzaakt door andermans toedoen, dient u deze persoon aansprakelijk te stellen. Wanneer de aansprakelijkheid is erkend, is het (de verzekeraar van) deze aansprakelijke partij die al uw schade moet vergoeden.

Veelvoorkomende schadeposten die ontstaan bij letselschade zijn de verzorgingskosten, aanschaf van hulpmiddelen, huishoudelijke ondersteuning en het verlies van zelfredzaamheid. Ook deze kosten moet de wederpartij vergoeden.

Echter, wanneer u hulpbehoevend wordt, maakt u mogelijk ook aanspraak op de hulp van de gemeente op grond van de Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Het is niet zeldzaam dat de verzekeraar daarom naar de gemeente verwijst voor het verhalen van de schade. De gemeente verwijst op zijn beurt weer naar de verzekeraar, omdat er eerst bij de aansprakelijke partij voor vergoeding moet worden aangeklopt.

Het gevolg hiervan is dat u in het midden blijft hangen met veel vragen en geen hulpmiddelen.

Het is uw keuze

In principe heeft u de keuzevrijheid om te bepalen welke van de twee de voor u vereiste maatregelen moet vergoeden; de verzekeraar op grond van diens aansprakelijkheid, of de gemeente op grond van de Wmo. Zij kunnen u dus niet zomaar verplichten om bij de ander aan te kloppen.

Aan beide keuzes zitten zowel voordelen als nadelen.

Het uitgangspunt van de Wmo is dat er grote beleidsvrijheid voor de gemeente is en dat uw aanspraak op voorzieningen wordt beoordeeld op basis van de noodzaak voor hulp en de mate waarin er al mantelzorg tot uw beschikking staat. Dat houdt in dat u een aanvraag moet doen en de gemeente aan de hand van een onderzoek en een gesprek bepaalt waarop u aanspraak maakt. Daarbij komt dan ook nog vaak een eigen bijdrage kijken. U moet vaak lang wachten en geeft daarbij de regie uit handen, maar u hebt wel tot ver in de toekomst een aanspreekpunt voor de momenten dat u meer, of andere hulp(middelen) nodig hebt.

Verhaalt u de schade van de verzorging, een traplift of scootmobiel op de verzekeraar, dan dient deze de kosten hiervan volledig te dekken. Alle kosten hiervoor, ook mogelijke toekomstige kosten, worden dan vaak middels een ‘som ineens’ afgesloten. U kunt bij de verzekeraar vorderen waarvan u aantoont dat u het nodig heeft. Zo voert u zelf de regie over de inrichting van uw hulp(middelen).

Lees ook: Toekomstige schade afwikkelen: hoe gaat het in zijn werk? 

Regresconvenant

Vaak komt het voor dat de aansprakelijkheidsverzekeraar van de wederpartij een regresconvenant heeft gesloten met de gemeente. Dit houdt in dat deze verzekeraar een bepaald bedrag betaalt aan de gemeente. Wanneer er een letselschadeslachtoffer bij de gemeente om een Wmo-voorziening vraagt, kan de gemeente deze kosten vervolgens niet verhalen op de verzekeraar. Die heeft zich als het ware “uitgekocht” voor dat onderdeel van de schade.

Het feit dat de verzekeraar zich jegens het slachtoffer beroept op een regresconvenant, heeft in juridisch opzicht weinig houvast.

Een derde, in dit geval het slachtoffer, is namelijk niet gebonden aan een overeenkomst tussen twee andere partijen, in dit geval de aansprakelijkheidsverzekeraar en de gemeente. Als een verzekeraar bijvoorbeeld zegt dat u in het licht van uw schadebeperkingsplicht verplicht bent om overheidshulp aan te vragen op basis van de Wmo, dan hoeft u dit dus niet te doen.

De rechter benadrukt eigen verantwoordelijkheid

Ook in de rechtspraak is dit een veel besproken thema. De hoogste bestuursrechtelijke instantie, de Centrale Raad van Beroep (CRvB) geeft in een uitspraak uit 2013 duidelijk aan dat er een grote mate van eigen verantwoordelijkheid bij het slachtoffer ligt om ervoor te zorgen dat zijn situatie ‘leefbaar’ is.

In de betreffende casus ging het om iemand die hulpbehoevend was geworden door een ongeval. Deze persoon was een letselschadevergoeding overeengekomen met de verzekeraar, maar ze hadden daarin niet een bedrag voor het aanpassen van het huis opgenomen. Toen het slachtoffer na het verkrijgen van de schadevergoeding de gemeente om een traplift vroeg, stelde de gemeente zich op het standpunt dat zij daarvoor geen noodzaak zagen. Immers, als er wel noodzaak toe was geweest, dan had het slachtoffer dit wel in de letselschadevergoeding opgenomen. Het slachtoffer ging hiertegen in beroep, omdat hij zich benadeeld voelde.

De Centrale Raad gaf de gemeente echter gelijk. Uit de parlementaire geschiedenis van de Wmo werd geconcludeerd: “…gemeenten kunnen zorgdragen voor een goed samenhangend stelsel van ondersteuning van burgers die niet goed in staat zijn in bepaalde situaties zelf of samen met anderen oplossingen te realiseren. Voor die gevallen die door de burgers onmogelijk zelf kunnen worden geregeld, behoort de overheid verantwoordelijkheid te nemen.”

Letselschadeproces

Blijvende hulpbehoevendheid is een van de vele factoren die het letselschadeproces lastig en vooral erg juridisch kan maken. Vaak moet er veel geregeld worden. Heeft u een zwaar ongeval gehad en bent u daardoor hulpbehoevend geworden, dan is het raadzaam om een gespecialiseerde letselschade advocaat in te schakelen. Met behulp van een ervaren advocaat kunt u de schadevergoeding krijgen waar u recht op hebt.

De ervaren advocaten van Ferme Letselschade Advocaten in Utrecht hebben jarenlange ervaring in het bijstaan van mensen met ernstig blijvend letsel. Wij helpen u graag met het verhalen van uw schade, zodat u zich kunt focussen op uw herstel. Bent u benieuwd naar wat wij voor u kunnen betekenen? Neem vrijblijvend contact op voor een kennismakingsgesprek.