In een eerdere blog is al stilgestaan bij de arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV), een verzekering die voorkomt dat een ondernemer volledig zonder inkomsten komt te zitten als de ondernemer arbeidsongeschikt raakt. In die blog is toegelicht dat er twee categorieën verzekeringen bestaan, te weten een sommenverzekering en een schadeverzekering. Op 24 augustus 2021 is in het kader van de (verrekening van de) sommenverzekering en de schadeverzekering een interessante uitspraak gewezen door Gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
Casus: verrekenen AOV
Op 6 januari 2017 is een automobilist tegen een fietser gereden waardoor de fietser ten val is gekomen en letsel heeft opgelopen. Ten tijde van het ongeval was de fietser werkzaam als zelfstandig ondernemer en de ondernemer had een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) afgesloten. Het is echter de vraag of de AOV moet worden aangemerkt als een sommenverzekering of als een schadeverzekering en of de verzekering in aanmerking komt voor verrekening op grond van artikel 6:100 BW.
Sommenverzekering of schadeverzekering?
Een sommenverzekering is een verzekering waarbij met de verzekeraar een vast bedrag is afgesproken dat de ondernemer krijgt ingeval van arbeidsongeschiktheid. In het kader van de sommenverzekering is het niet relevant of het inkomen van de ondernemer door de arbeidsongeschiktheid is gedaald.
Een schadeverzekering is een verzekering waarbij met de verzekeraar is afgesproken dat de ondernemer maandelijks het bedrag uitgekeerd krijgt wat hij of zij aan inkomsten misloopt wegens arbeidsongeschiktheid. Het gaat hierbij in feite om de vergoeding van de inkomensschade.
In het kader van de vraag of de AOV in bovengenoemde zaak kon worden aangemerkt als een sommenverzekering of als een schadeverzekering, heeft het Hof overwogen dat het uitgangspunt heerst dat een particuliere AOV in het algemeen een sommenverzekering is.
Mocht het inkomen zowel bij de totstandkoming van de verzekering als bij de bepaling van de hoogte van de uitkering een rol hebben gespeeld (waardoor een koppeling bestaat tussen de daadwerkelijk geleden schade en de hoogte van de uitkering) dan is echter sprake van een schadeverzekering. Als het inkomen uitsluitend bij de totstandkoming van de verzekering een rol speelt en daarna niet meer dan is sprake van een sommenverzekering.
Volgens het Hof heeft het inkomen van de ondernemer in bovengenoemde zaak een rol gespeeld bij de totstandkoming van de AOV en nadien niet meer. Het inkomen heeft geen invloed gehad op de vaststelling van de hoogte van de daadwerkelijk te verstrekken uitkering. Het Hof komt daarom tot de conclusie dat sprake is van een sommenverzekering.
Verrekening van de sommenverzekering?
Op basis van artikel 6:100 BW geldt het uitgangspunt dat een slachtoffer in beginsel niet twee keer mag worden gecompenseerd voor dezelfde schade. Als dat wel het geval is, moet verrekening plaatsvinden.
In bovengenoemde zaak heeft de ondernemer een sommenverzekering afgesloten bij Movir, maar naast Movir is ASR – als aansprakelijkheidsverzekeraar die de aansprakelijkheid voor het ongeval heeft erkend – ook gehouden om de inkomensschade die de ondernemer als gevolg van dat ongeval heeft geleden, te vergoeden. Volgens het Hof moet met de volgende gezichtspunten rekening worden gehouden bij het bepalen of de AOV voor verrekening in aanmerking komt:
a. Van verrekening zal in het algemeen alleen dan sprake kunnen zijn, indien de uitkering ertoe strekt dezelfde schade te vergoeden als die waarvoor de partij die zich op de voordeelstoerekening beroept, aansprakelijk is.
Volgens het Hof is sprake van sub a, omdat ASR ook de inkomensschade die de ondernemer heeft geleden, moet vergoeden.
b. Geschiedt de uitkering ingevolge een schadeverzekering, dan zal – indien voldaan is aan de eis onder (a) dat het om vergoeding van dezelfde schade gaat – verrekening in beginsel op haar plaats zijn, nu de verzekeraar tot het beloop van het door hem betaalde in de rechten van de benadeelde wordt gesubrogeerd en de aansprakelijke partij voor dat bedrag dus door de verzekeraar kan worden aangesproken.
Volgens het Hof is sub b niet van toepassing, omdat het gaat om een sommenverzekering.
c. Geschiedt de uitkering op grond van een sommenverzekering die door de benadeelde zelf (of door een ander, buiten de sfeer van de aansprakelijke persoon) is gesloten en betaald, dan komt verrekening in het algemeen niet in aanmerking. Indien de rechter van oordeel is dat verrekening niettemin redelijk is, dan dient hij onder ogen te zien of de redelijkheid dan niet ook meebrengt dat die verrekening wordt beperkt met het oog op de premies die in de loop der tijd voor de verzekering zijn betaald.
Ingevolge sub c komt de AOV die door de ondernemer zelf is afgesloten en is betaald in beginsel niet voor verrekening in aanmerking en het Hof ziet geen aanleiding om verrekening toch redelijk te achten.
d. Is de premie voor de sommenverzekering door de aansprakelijke persoon betaald, dan kan daarin aanleiding worden gevonden wél tot verrekening over te gaan.
Volgens het Hof is sub d niet van toepassing, omdat ASR de aansprakelijkheidsverzekeraar van de automobilist is
e. Is de in het geding zijnde aansprakelijkheid gedekt door een verzekering, dan zal verrekening van een uitkering ingevolge een sommenverzekering in het algemeen niet in overeenstemming met de redelijkheid zijn.
f. Voor verrekening bestaat in het algemeen eerder aanleiding indien sprake is van een risicoaansprakelijkheid dan wanneer de aansprakelijkheid is gebaseerd op schuld. Voorts kan de rechter betekenis toekennen aan de mate van verwijtbaarheid.
In zowel sub e als sub f ziet het Hof geen aanleiding om over te gaan tot verrekening. Er is immers geen sprake van risicoaansprakelijkheid, maar van aansprakelijkheid gebaseerd op schuld. De automobilist is namelijk met de auto achteruit de weg op gereden en heeft daarbij de fietser aangereden. Het verkeerd uitvoeren van deze bijzondere manoeuvre valt de automobilist te verwijten, aldus het Hof.
Het Hof komt al met al tot de conclusie dat de sommenuitkering die door de ondernemer is afgesloten bij Movir niet in aanmerking komt voor verrekening (op grond van artikel 6:100 BW) met de door ASR te vergoeden inkomensschade.
Ferme Letselschade Advocaten
De letselschadespecialisten van Ferme Letselschade Advocaten hebben jarenlange ervaring met het bijstaan van ondernemers met letselschade door het hele land. Vanuit Utrecht bezoeken zij klanten in heel Nederland.
Heeft u letselschade geleden en heeft u (g)een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten? Neem dan gerust en vrijblijvend contact met ons op om te zien wat wij voor u kunnen betekenen.
Naast het beschikken over voldoende juridische kennis is het belangrijk om op het juiste moment op medisch of arbeidsdeskundig gebied de juiste mensen bij een zaak te betrekken. Wendy is hierin zeer gedreven en deskundig. Wendy is lid van de Vereniging van Letselschade advocaten (LSA) en lid van de Werkgroep Artsen en Advocaten (WAA).
Bel ons:
Gerelateerde berichten: