In deze blog wordt een zaak van de Rechtbank Midden-Nederland uit februari 2023 besproken. Het betreft hier een letselschadezaak waarin een werknemer op 6 mei 2021 over een gladde vloer is uitgegleden en waarin de werkgever aansprakelijk is gesteld hiervoor op grond van artikel 7:658 BW. Allereerst wordt ingegaan op de aansprakelijkheid van een val op het werk, dan komen de feiten van de zaak ter sprake en vervolgens worden de overwegingen van de rechtbank besproken.

Beoordeling aansprakelijkheid val op het werk

Als een werknemer op het werk uitglijdt, kan de werkgever aansprakelijk gesteld worden voor de schade die door deze val is ontstaan.

Bij de beoordeling van deze aansprakelijkheid is van belang of er sprake is geweest van gevaarzetting en is van belang of de werkgever alle mogelijke maatregelen heeft genomen om te zorgen voor een veilige werkplek.

In de rechtspraak worden speciale criteria gehanteerd om te beoordelen of een bepaald handelen of nalaten gevaarzettend is geweest. Daarmee wordt bedoeld: ‘het nodeloos in het leven roepen van groter gevaar voor een ander dan waarop een normaal mens bedacht moet zijn’.

Verder zijn de volgende vragen belangrijk bij het beoordelen van de aansprakelijkheid:

  • Heeft de werknemer de veiligheidsvoorschriften nageleefd?
  • Is er door de werkgever voldoende toezicht gehouden op het naleven van de veiligheidsvoorschriften?
  • Is er sprake van een zogenaamde ongelukkige samenloop van omstandigheden?
  • Hoe groot is de kans op een valpartij op een bepaalde plaats en hoe groot is de kans dat hierbij (ernstig) letsel ontstaat?

Werknemer stelt werkgever aansprakelijk na val

In deze zaak gaat het om een werknemer die tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden als procesoperator ten val is gekomen toen hij uitgleed op een natte vloer. Hierdoor heeft hij letsel opgelopen aan zijn linkerschouder en linkerarm. De werknemer heeft de werkgever aansprakelijk gesteld hiervoor, maar de werkgever en Nationale Nederlanden hebben deze aansprakelijkheid afgewezen. De werknemer legt daarom de aansprakelijkheidsdiscussie aan de kantonrechter voor.

Beoordeling van de rechter

Nu vaststaat dat de werknemer tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden is uitgegleden over nattigheid en daarbij letsel heeft opgelopen, gaat de rechter in op de vraag of de werkgever aan haar zorgplicht heeft voldaan.

Verplichte instructies

Volgens de rechter heeft de werkgever in dit specifieke geval niet genoeg aandacht besteed aan de veiligheid en aan het instrueren van haar werknemers op het gebied van veiligheid. De rechter komt tot deze conclusie in eerste plaats omdat een plas nattigheid op de werkvloer niet was opgemerkt, wat getuigt van onvoldoende toezicht.

Ontbrekende signalering

Ook is er kennelijk sprake van een ontbrekend signaleringssysteem voor het overlopen van de voor de opvang van de nattigheid bedoelde lekbakken, waardoor er niet aan de zorgplicht van de werkgever is voldaan. Dit oordeel wordt versterkt door de verklaring van werkgever dat er op de bewuste 6 mei 2021 vanwege de toen geldende coronamaatregelen minder toezichthoudende senior werknemers dan normaal op de werkvloer aanwezig waren.

Geen sprake van roekeloosheid

Ten slotte is opzet of bewuste roekeloosheid volgens de rechter niet aan orde in deze zaak. Dat het vaker voorkomt dat er nattigheid op de bedrijfsvloer ligt wil niet zeggen dat het uitglijden van een werknemer met letsel tot gevolg als regel voor rekening en risico van de werknemer komt.

Oordeel van de rechter

De kantonrechter concludeert dat de werkgever niet aan haar zorgplicht heeft voldaan en op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk is voor het arbeidsongeval van de werknemer.

Ferme letselschadeadvocaten

Bent u betrokken bij een arbeidsongeval? Het is raadzaam om dan in een zo vroeg mogelijk stadium een gespecialiseerde letselschadeadvocaat in te schakelen.

De ervaren advocaten en letselschadebehandelaars van Ferme Letselschade Advocaten in Utrecht helpen u graag met uw juridische proces.

Neem direct en vrijblijvend contact met ons op.