Of u nu in de bouw of op kantoor werkt, overal op de werkvloer komen ongelukken voor. Gelukkig gelden voor alle werknemers dezelfde rechten als het aankomt op de zorgplicht en verantwoordelijkheid van de werkgever. Wanneer er op het werk, of tijdens een activiteit die in verband staat met het werk een ongeval plaatsvindt, wordt al gauw geconstateerd dat de werkgever niet aan een van zijn verplichtingen heeft voldaan.
Deze verplichtingen van de werkgever worden breed opgevat. Zó breed zelfs, dat ook ongelukken na werktijd of buiten de werkvloer onder bepaalde omstandigheden aan de werkgever kunnen worden toegerekend.
Een aantal voorbeelden uit de rechtspraak
Hieronder enkele voorbeelden uit de rechtspraak en wat we hiervan kunnen leren.
Bedrijfsfeest – Hoge Raad, 9 november 2007 (Groot Kievitsdal-arrest)
Tijdens een bedrijfsfeest in een partycentrum wordt er door een paar van de aanwezige werknemers gebarbecued. Wanneer de werknemers lampolie op de nog hete barbecue gooien, ontstaat er brand waardoor een deel van het partycentrum afbrandt. De verzekeraar van het partycentrum dekt slechts een deel van de schade. Daarom stelt partycentrum Groot Kievitsdal de werkgever die het bedrijfsfeest organiseerde aansprakelijk voor de overige schade, op grond van diens verantwoordelijkheid voor de fout van de werknemers (art. 6:170 BW).
De rechtbank oordeelt dat de werkgever niet aansprakelijk is, maar het Gerechtshof en de Hoge Raad oordelen dat dit wel het geval is. Deze overwegen dat het feest door de werkgever werd georganiseerd met het oog op de saamhorigheid en motivatie van de werknemers binnen het bedrijf en dat er daarom voldoende verband bestaat tussen de gemaakte fout en het zijn van een werknemer. Daarbij worden de factoren dat de fout buiten werktijd is gemaakt, dat de fout geen verband hield met bedrijfsuitoefening en dat de fout niet is veroorzaakt door een middel of zaak dat door de werkgever beschikbaar werd gesteld om de werknemerstaken uit te voeren niet van belang geacht.
Nu ging het in dit arrest om een partycentrum dat afbrandde, maar ook denkbaar is de situatie dat er iemand letselschade oploopt door toedoen van een werknemer. Bijvoorbeeld wanneer in de bovenstaande situatie een werknemer ernstige brandwonden had opgelopen. Ook voor die schade is de werkgever op grond van artikel 6:170 BW aansprakelijk, waarbij de laatstgenoemde factoren dus niet noodzakelijk vereisten zijn.
Bedrijfsuitje – Hoge Raad, 17 april 2009 (Rollerskate-arrest)
Er werd door de werkgever en werknemers samen een bedrijfsuitje georganiseerd; een workshop rollerskating. Deze workshop vond plaats op kantoor, waar professionele rollerskaters waren ingehuurd om werknemers les te geven. Een werkneemster die alvast rollerskates had aangetrokken kwam ten val en brak haar pols. Zij stelde haar werkgever aansprakelijk voor de geleden letselschade, omdat deze slecht werkgeverschap (art. 7:611 BW) zou hebben vertoond.
De rechtbank ging hier niet in mee, maar in hoger beroep gaf het Hof haar wel gelijk: hoewel er geen verband was tussen haar dagelijkse administratieve werkzaamheden en de workshop en zij niet verplicht was om daaraan deel te nemen, was de workshop wel aan het werk gerelateerd. Het ging immers om een personeelsactiviteit die gehouden werd in de hal van het kantoor. Het rolschaatsen op een gladde, harde marmeren vloer – zonder voldoende houvast – is een risicovolle bezigheid, zeker als er van tevoren geen beschermingsmiddelen zoals knie- en polsbeschermers worden uitgereikt en geen rolschaatsinstructies zijn gegeven. Het hof acht het nalaten van deze voorzorgsmaatregelen en het daarmee creëren van een onveilige situatie daarom in strijd met goed werkgeverschap.
Uit deze situatie blijkt duidelijk dat goed werkgeverschap zich niet beperkt tot de uitoefening van de standaard werkzaamheden.
RSI-klachten bij thuiswerken – Gerechtshof Amsterdam, 7 september 2006
Werkgever heeft de werkplek van een stagiaire, die daarna werkneemster werd, dusdanig slecht ingericht dat bij de werkneemster daardoor RSI-klachten (Repetetive Strain Injury) zijn ontwikkeld. Deze klachten uitten zich in ernstige pijn in haar armen, waardoor zij 80%-100% arbeidsongeschikt raakte. De werkneemster verklaarde dat zij veel thuiswerkte, waarbij zij voornamelijk werk op de computer deed. Doordat er wel een goed beeldscherm, maar geen goede stoel en bureau voor haar was, ontwikkelde zij deze ernstige klachten. Zij stelde hiervoor haar werkgever aansprakelijk, nu deze niet aan de zorgplicht van artikel 7:658 BW zou hebben voldaan. Deze plicht vind uitwerking in de Arbeidsomstandighedenwetgeving.
Het Gerechtshof verwerpt het verweer van de werkgever dat zij niet verantwoordelijk is voor de werkplek van werkneemster op haar thuisadres. De in art. 7:658 BW neergelegde zorgverplichting – waarin wordt uitgegaan van de omstandigheid dat de werkgever bepaalt op welke plaats, onder welke omstandigheden en met welke hulpmiddelen de werknemer moet werken – is in dit geval ook van toepassing op de uitoefening van werkzaamheden buiten het gebouw van werkgever. Immers, het stond vast dat zij al vóór aanvang van haar stageovereenkomst op haar thuisadres een computer ter beschikking heeft gekregen en toestemming heeft gekregen om thuis werkzaamheden voor haar werkgever te verrichten.
Gelet op deze omstandigheden moet worden geconcludeerd dat de werkgever zeggenschap had over de werkplek op het thuisadres van de werkneemster, zodat de werkgever niet kan volhouden dat zij niet verantwoordelijk is voor de arbeidsomstandigheden aldaar.
De arbeidsplaats van een thuiswerker is zodanig ingericht dat de arbeid zoveel mogelijk zittend op ergonomisch verantwoorde wijze kan worden verricht. Hiertoe dient de werkgever een doelmatige zitgelegenheid en een doelmatig werkblad of een doelmatige werktafel ter beschikking te stellen (art. 5.15 Arbobesluit);
De omgeving waarin beeldschermwerk wordt verricht, alsmede de inrichting van de werkplek, de apparatuur en het meubilair, moeten voldoen aan ergonomische eisen (art. 5.1 en 5.2. Arboregeling).
Letselschadeadvocaat Utrecht
Heeft u te maken gehad met een ongeval op, tijdens, of in samenhang met uw werk? Dan is het raadzaam om een gespecialiseerde letselschade advocaat in te schakelen. Het juridische proces rondom werkgeversaansprakelijkheid en de Arbowetgeving kan erg complex worden.
De ervaren advocaten van Ferme Letselschade Advocaten hebben veel ervaring met mensen die als gevolg van een bedrijfsongeval letselschade hebben opgelopen. Wij zetten ons in voor uw maximale schadevergoeding, zodat u zich kunt focussen op uw herstel. Neem vrijblijvend contact op voor vragen, of voor een kennismakingsgesprek.
Hanneke is een aantal jaar werkzaam geweest als advocaat bij twee toonaangevende letselschadekantoren in Amersfoort en Utrecht. Medio 2017 heeft zij Ferme Letselschade Advocaten opgericht, samen met Wendy Boer. Hanneke is lid van de Vereniging van Letselschade advocaten (LSA) en is aangesloten bij de Werkgroep Artsen en Advocaten (WAA).
Bel ons:
Gerelateerde berichten: