De AVP (de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren) vergoedt geen schade die door de verzekerde opzettelijk is veroorzaakt. Dit blijkt ook uit artikel 7:952 BW. Het blijkt in de rechtspraktijk erg lastig te zijn om te bepalen wanneer er sprake is van opzet. Naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad in 2018, heeft het Verbond van Verzekeraars verduidelijkt op welke manier de opzetclausule bij de AVP moet worden uitgelegd.

Opzetclausule niet van toepassing: uitspraak Hoge Raad

In het arrest uit 2018 gaat het om een vader die zijn baby meerdere malen door elkaar heeft geschud. Dit leidde tot het zogenaamde ‘shaken baby syndrome’ bij de baby. Blijvend letsel was het gevolg. De vraag die centraal stond was of er bij de vader sprake was van opzet, en dus de AVP de schade ten gevolge van het letsel niet hoefde vergoeden.

De Hoge Raad oordeelde dat de opzetclausule van de verzekeraar niet van toepassing was en dat de verzekeraar uiteindelijk toch de kosten ten gevolge van de letselschade moest dekken. Hierbij achtte de Hoge Raad het van belang dat de vader een persoonlijkheidsstoornis had. Daarnaast werd de maatschappelijke functie van de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren meegewogen. Tot slot keek de Hoge Raad ook naar de wetsgeschiedenis en wat er in de toelichting van het Verbond van Verzekeraars bij de invoering van de nieuwe opzetclausule staat.

Het Verbond van Verzekeraars verduidelijkt opzetclausule

Naar aanleiding van bovenstaand arrest kwam het Verbond van Verzekeraars op 2 april 2020 met een ‘gewijzigde opzetclausule 2020 op de AVP’ om duidelijk te maken wat er precies onder de opzetclausule moest worden verstaan. In deze gewijzigde opzetclausule staat dat er uitsluiting van uitkering volgt wanneer de verzekerde maatschappelijk ongewenst of crimineel gedrag vertoont. Dit is het geval bij gedragingen die gevaar opleveren voor personen of zaken. Denk hierbij aan brandstichting, beroving, diefstal, vernieling, mishandeling, doodslag, et cetera.

In dit kader is er sprake is van opzet wanneer de verzekerde iets doet waarbij hij de bedoeling heeft om schade te veroorzaken. Om van opzet te kunnen spreken is het tevens voldoende dat de verzekerde de aanmerkelijke kans aanvaardt dat er schade ontstaat. Om te bepalen of er sprake is van opzet, moet volgens de clausule worden gekeken naar de omstandigheden van het geval. Het gaat dan om de uiterlijke verschijningsvorm van de gedragingen.

Veranderingen opzetclausule

Het gaat in de opzetclausule om opzet op de gedraging op het gevolg. Alhoewel dit ook al in de oude opzetclausule was opgenomen, is het in de nieuwe opzetclausule van 2020 nog duidelijker vermeld. De reden hiervoor is dat verzekeraars willen voorkomen dat zij alsnog dekking moeten bieden voor onvoorziene gevolgen van maatschappelijk ongewenst gedrag. In de nieuwe opzetclausule van 2020 is geëxpliciteerd dat ook voorwaardelijk opzet op de gedraging wordt uitgesloten van dekking. 

Conclusie

De opzetclausule heeft als doel dat verzekeraars geen dekking hoeven te bieden bij een aansprakelijkheidsverzekering wanneer de verzekerde met opzet de schade heeft veroorzaakt. In 2020 is deze clausule aangescherpt en is geëxpliciteerd dat het ook kan gaan om voorwaardelijk opzet en dat het opzet moet zien op de gedraging en niet op het gevolg.

Heeft u letselschade opgelopen? Het is raadzaam om dan in een zo vroeg mogelijk stadium een gespecialiseerde letselschadeadvocaat in te schakelen. De ervaren advocaten en letselschadebehandelaars van Ferme Letselschade Advocaten in Utrecht helpen u graag met uw juridische proces en met het verhalen van uw schade, zodat u zich kunt focussen op uw herstel. Neem direct en vrijblijvend contact met ons op.