Op 21 februari 2020 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de uitleg van opzettelijke misleiding.

Beknopt samengevat ging de zaak over het volgende: een verzekerde was wel arbeidsongeschikt verklaard als gevolg van een burn-out, maar had de verzekeraar niet verteld dat hij meer werkzaamheden was gaan doen dan eerst aan de verzekeraar was verteld. De verzekerde had dit eigenlijk wel moeten doen.

Een verzekerde heeft namelijk de plicht om het zo snel mogelijk aan de verzekeraar te laten weten als er iets is gebeurd waarvoor de verzekeraar moet uitkeren (art. 7:941 lid 1 BW). Ook moet de verzekerde binnen redelijke termijn alle benodigde gegevens aan de verzekeraar moet geven, voor zover de verzekeraar die nodig heeft om te kijken of hij inderdaad moet uitkeren (art. 7:491 lid 2 BW).

Als de verzekerde zich hier niet aan houdt, hoeft de verzekeraar soms minder of soms zelfs helemaal niet uit te keren. De verzekeraar heeft daarom gesteld dat de verzekerde had gefraudeerd en is daarom in dit geval gestopt met uitkeren van de premie.

Vormen van opzet binnen het verzekeringsrecht

Er zijn verschillende vormen van opzet binnen het verzekeringsrecht.

  • Voorwaardelijke opzet is de lichtste vorm van opzet. De verzekerde weet dat door zijn handelen mogelijk een ander gevolg intreedt en accepteert dit risico.
  • Daarna volgt opzet als zekerheidsbewustzijn. De verzekerde doet iets met een zeker doel, en is zich bewust dat daarbij ook andere gevolgen kunnen intreden.
  • De zwaarste vorm is opzet als oogmerk, de verzekerde had dan echt als doel om de verzekeraar te misleiden.

Uitspraak van de Hoge Raad

Zoals hierboven al genoemd, hoeft de verzekeraar in sommige gevallen niet of minder uit te keren. Als de verzekerde zich niet aan de mededelingsplicht houdt en niet alle gegevens aan de verzekeraar doorgeeft, hoeft de verzekeraar op grond van de wet niet uit te keren als de verzekerde dat met opzet heeft gedaan.

Lang was niet duidelijk welke vorm van ‘opzet’ hier werd bedoeld: voorwaardelijk, opzet als zekerheidsbewustzijn of opzet als oogmerk.

In het arrest van 21 februari 2020 heeft de Hoge Raad duidelijk gemaakt welke vorm van opzet wordt bedoeld. Het gaat om de zwaarste vorm van opzet: opzeg als oogmerk. De Hoge Raad zegt dat als wordt onderzocht of de verzekerde met het niet doen van de verplichte mededelingen opzet heeft gehad om de verzekeraar te misleiden, moet worden gekeken wat de bedoeling was van de verzekerde.

Als de verzekerde de bedoeling heeft gehad om de verzekeraar een uitkering te laten doen, terwijl de verzekeraar die uitkering niet had gedaan als de verzekerde aan de verzekeraar had meegedeeld wat hij had moeten meedelen – dan is er sprake van het opzet dat in art. 7:491 lid 2 BW wordt bedoeld.

Er wordt dus echt gekeken of de verzekerde het doel had de verzekeraar te misleiden. Van opzet is dus sprake als degene “de bedoeling heeft voorgezeten de verzekeraar te bewegen tot het verstrekken van een uitkering die hij zonder die schending niet zou hebben verstrekt.”

Het is nog onduidelijk hoe het in de gevallen gaat waarin de verzekerde feiten niet aan de verzekeraar heeft meegedeeld, omdat hij niet wist dat hij dat moest doen.

Ferme Letselschade Advocaten

De letselschadespecialisten bij Ferme hebben jarenlange ervaring met het bijstaan van slachtoffers van letselschade door het hele land.

Vanuit Utrecht bezoeken klanten in heel Nederland. Of u nou in Meppel, Maastricht of Middelburg woont: wij staan u bij.

Heeft u letselschade geleden of vragen over het verloop van een letselschadetraject? Neem dan gerust en vrijblijvend contact met ons op om te zien wat wij voor u kunnen betekenen.